Aan het begin van de 18e eeuw bestond het eerste deel van de vaart al en was in handen gekomen van de familie Lyclama-Nijeholt en aanverwanten. Met elkaar vormden zij de Opsterlandse Compagnons. De gemeente Ooststellingwerf, de gemeente waaronder Oosterwolde valt, is achtereenvolgend door 9 leden van deze familie als burgemeester bestuurd.
Rond 1800 bereikten de graafwerkzaamheden voor de Opsterlandse Compagnonsvaart het dorp Oosterwolde. In 1816 werd bij het buurtschap Nanninga een sluis aangelegd, het Vijfde of Nanningaverlaat genaamd. Door de aanleg van de vaart hebben de vervening en turfwinning een grote vlucht genomen. Daarnaast speelde de vaart ook lange tijd een rol in de bevoorrading van winkels, aanvoer van bouwmaterialen, materiaal voor de verharding van zandpaden en de aanvoer van compost en later kunstmest voor de verbetering van de arme gronden, waardoor landbouw mogelijk werd.